De waarzegster

De waarzegster zag eruit als het cliché van een blonde Noorse in klederdracht, met vooral rood en wit en bloemetjes. Ze nodigde me uit om binnen te komen. In de tent op de kermis was het veel stiller dan buiten, door de dikke kleden langs de wanden. Ze had een standplaats gekozen zover mogelijk van het drukste gewoel. Het was er koel, maar niet koud. Het rook er licht naar een parfum dat aan bossen deed denken.
In het midden van het kleine vertrek stond een rijkelijk met kleden bedekte tafel. Midden op de tafel stond haar glazen bol, met ernaast een paar kaarsen in verschillend stadium. Deze bol was veel kleiner dan ik bij andere waarzegsters had gezien, en ook geen echte bol, enigszins afgeplat. Deze stond ook niet op een ring, maar had een vlakke kant. De lichtval van de kaarsen weerspiegelde op de buitenkant, en riep een spel van licht en schaduw op in het binnenste. Waar de meeste waarzegsters een heldere bol gebruiken, zonder vormen er binnenin, had deze inwendig een aantal luchtbellen.
De waarzegster had alle tijd voor mij. Deze avond wilde niemand de waarheid horen. Het was niet de eerste keer dat ik bij een waarzegster kwam, maar altijd had ik het gevoel gehad bij de neus genomen te worden. Deze waarzegster verstond de kunst om mij op mijn gemak te stellen, en mij het gevoel te geven dat ze anders was dan die anderen. Dat ze echt serieus naar mij luisterde.
Ik vroeg de waarzegster naar het waarom van deze buitengewone bol. Ze gaf mij de bol in handen, en vroeg me die te draaien, en te bewegen ten opzichte van de kaarsen, terwijl ik er in keek. De vlakke kant voelde stroef aan. De druppelvormige luchtbellen in het inwendige, allemaal met de punt naar de vlakke kant, leken steeds te veranderen van vorm en afmetingen, onder invloed van de verschillende kromming van het oppervlak. Ze vertelde me dat deze bol, die geen echte bol is, maar op eigen benen kan staan, de waarheid beter vertelt. Wat je te zien krijgt hangt er vanaf hoe je tegen de dingen aankijkt, en hoe de lichtval is, en daar kun je vaak zelf iets aan doen.

 
© Gauke Zijlstra, 1997